Innoverende techniek bij plaatsen van knieprothese
Dr. Thomas Luyckx heeft onderzoek gedaan naar instabiliteit na totale knieprothese. De totale knieprothese is een ingreep waarbij het afgesleten kraakbeen (=artrose) wordt vervangen door een nieuwe metalen bekleding.
Het onderzoek van Dr. Thomas Luyckx toont aan dat het behoud van de ‘joint line’, het niveau van het contact tussen boven en onderbeen, een cruciale rol speelt in het behoud van de normale stabiliteit van het gewricht bij een prothese.
Wanneer deze ‘joint line’ niet wordt behouden, iets wat heel gebruikelijk is na totale knieprothese bij de klassieke gebruikte technieken, dan treedt er een instabiliteit op bij matige buigingen, de zogenoemde mid-flexie (hoek van 30° tot 60°). Met de klassieke technieken wordt de stabiliteit van een prothese enkel beoordeeld bij volledig buigen en strekken (hoek van 0 en 90°), maar dus niet bij matige buigingen of mid-flexie. Vandaar dat deze mid-flexie instabiliteit vaak wordt gemist. Deze mid-flexie instabiliteit verklaart voor een deel waarom tot 15% van de patiënten last blijft houden na hun totale knieprothese. Door tijdens een totale knieprothese de ‘joint line’ zoveel mogelijk te behouden, wordt dit instabiliteitsprobleem grotendeels vermeden en verbeteren de resultaten aanzienlijk.
Deze verbeterde en innoverende techniek wordt door de kniechirurgen in Roeselare en Menen (AZ Delta) toegepast zodat een nog betere stabiliteit en resultaat kan gewaarborgd worden.
Dr Thomas Luyckx mocht voor dit onderzoek de 'Best Paper Award' in ontvangst nemen op het internationale World Arthroplasty Congres 2015, waar meer dan 1.000 orthopedische chirurgen ervaringen en nieuwe inzichten uitwisselden op het vlak van prothesechirurgie.
