Springvinger of triggerfinger - Behandeling en operatie
Wat is een springvinger?
Een ‘verende’ of springvinger presenteert zich veelal als een bloccage van een vinger die meestal ‘s ochtends optreedt (Fig. 6). Hierbij kan door vochtophoping rondom de buigpees of een verdikking van de buigpees zelf een hinderlijke pijn optreden aan de basis van de vinger. Patiënten vermelden vaak ook een pijn aan het eerste vingerkootje of het eerste vingergewricht (PIP gewricht). Belangrijk is dat springvingers kunnen voorkomen samen met een carpaal tunnel syndroom! Dit wordt dan ook steeds nagevraagd en/of verder onderzocht met een naaldjesonderzoek (EMG).
Behandeling springvinger
Ook hier wordt in eerste instantie een ontstekingswerende behandeling opgestart type rust, kine, infiltratie met cortisone, of ontstekingsremmers via de mond. Indien reeds een bloccage van de vingers aanwezig is, wordt veelal naar een operatie overgegaan. Hierbij wordt onder plaatselijke verdoving met een insnede aan de basis van de vinger een bandje (A1 pulley) geklieved (Fig. 7). Postoperatief wordt een compressief klein verband rond de vinger met ook onmiddellijk aanmoedigen van bewegen voorgehouden. 1 dag postoperatief wordt een wondnazicht bij uw huisarts aangeraden. Zo kan hij de dagelijkse wondzorg en het verwijderen van de draadjes na een 10tal dagen inplannen. Indien onvoldoende recuperatie van souplesse postoperatief wordt zo nodig nog kinesitherapie toegevoegd.
Deze content werd geschreven door : Dr. Arne Decramer, Dr. Stijn Muermans, Dr. Jan Noyez, Dr. Karel Willems